
Wat brengt de colleges van B en W van drie Noord- en Midden- Limburgse gemeenten ertoe hun Gemeenschappelijke Regeling te willen stoppen? Wie het antwoord op die vraag wil begrijpen, ontkomt er niet aan om een stukje terug te gaan in de geschiedenis.
Laten we met de deur in huis vallen. De gedeelde ambitie van Horst aan de Maas, Peel en Maas en Venray voor de komende jaren is dat elke gemeente inzet op lokale initiatieven, in samenwerking met lokale ondernemers en maatschappelijke partners:
• Voor Horst aan de Maas wordt dat vormgegeven in Onze Loods.
• Voor Peel en Maas wordt dat mogelijk vormgegeven in Hal 9.
• Venray heeft geïnvesteerd in een netwerk van maatschappelijke partners en ondernemers.
In alle drie de gemeenten is en blijft NLW één van de partners in het lokale initiatief. Maar aan de Gemeenschappelijke Regeling komt als het aan de colleges ligt een einde.
Hoop gedoe
Aan deze plannen is een hoop gedoe voorafgegaan. In april maakte directeur Ward Verkuylen bekend te stoppen bij NLW Groep. Hij had de taak voor rust te zorgen nadat zijn interim-voorganger Rob Schmitz een toekomstplan had geschreven voor de jaren 2021-2030. Maar Verkuylen belandde een jaar na zijn aantreden in een conflict met de ondernemingsraad, die het vertrouwen in hem opzegde en partijen belandden voor de Ondernemingskamer. Sinds 1 juni van dit jaar neemt interim-directeur Jolien van Woudenberg de honneurs waar.
Alle ophef kan niet los worden gezien van het feit dat de NLW al jaren in zwaar weer zit. Het SW-bedrijf worstelt al sinds de introductie van de Participatiewet in 2015 met het gegeven dat er alleen maar uitstroom is van SW-medewerkers (van wie er velen met pensioen gaan) en nauwelijks instroom. De afgelopen tien jaar halveerde het aantal wsw’ers bij de NLW. Er werken nu nog ongeveer achthonderd mensen. ‘Ook zien we dat het aantal inwoners dat een beschermde en beschutte werkplek nodig heeft, kleiner wordt en dat in de huidige economie meer werkgevers bereid zijn om dit soort plekken regulier te organiseren’, aldus een woordvoerder in februari van dit jaar. ‘De huidige omvang en opzet van de NLW is op termijn te groot voor de doelgroep en daarmee niet passend meer.’
Er speelt nóg meer. Toen de colleges van B en W van de betreffende drie gemeenten eind mei voorstelden om de vastgestelde ‘Schmitz-koers’ weer in te trekken, wezen ze op nog twee relevante ontwikkelingen. Eén: de NLW heeft niet voor iedereen een oplossing in het kader van meedoen. En twee: de gemeentelijke bestanden zien er anders uit dan bij de oprichting van de NLW: andere doelgroepen (zoals statushouders en jongeren) vragen om een andere manier van ondersteuning. De uitvoeringsorganisatie, gemeenten en hun doelgroepen hebben ervaren dat de SW-organisatie onvoldoende expertise heeft om het maatwerk te bieden dat nodig is om andere doelgroepen dan Wsw en beschut te kunnen ondersteunen. Er is een breder aanbod van ondersteuning nodig die beter aansluit bij de behoeften van deze doelgroepen.
Op basis van deze ontwikkelingen was Horst aan de Maas al in 2022 zijn eigen ontwikkelbedrijf gestart en startte Peel en Maas in 2021 met een eigen opzet in de vorm van het ‘Experience Center’, later HAL9.
Onze Loods en HAL9
Horst aan de Maas startte Onze Loods halverwege 2022 in een oud fabriekspand. In eerste instantie biedt Onze Loods werkplekken voor mensen die extra begeleiding nodig hebben in het verrichten van werk. Ook is het een plek voor inwoners die onder begeleiding kunnen groeien naar een betaalde baan. Inwoners kunnen hier ook terecht voor ondersteuning van de gemeente, bijvoorbeeld als ze schulden hebben. NLW Groep organiseert het werk, de begeleiding en ontwikkeling van de deelnemers. Rendiz zorgt voor laagdrempelige arbeidsmatige activiteiten, vrijwilligerswerk en voor de verbinding met de gemeenschap. Deze formule slaat aan, zo blijkt tweeëneenhalf jaar later. Volgens dagblad De Limburger nam het initiatief zo’n vlucht dat de huidige locatie, waar nu wekelijks 270 unieke bezoekers komen, te krap is. Een voormalige confectiefabriek en de naastgelegen autogarage worden gesloopt ten faveure van een groter onderkomen voor Onze Loods (en van woningbouw); de nieuwe plek zorgt met zijn 3500 vierkante meter voor een verdubbeling van de huidige oppervlakte. HAL9 opende zijn deuren in juni jongstleden. Bij die gelegenheid zei mede-initiatiefnemer Ayham Mardini: ‘Ik ben heel blij. Het is ons kindje. We willen de afstand voor statushouders naar de arbeidsmarkt verkleinen en met dit soort projecten lukt dat steeds beter. Vroeger werden de mensen bij de bedrijven geplaatst. Nu komen de bedrijven hier. Daarmee creëer je een veilige plek voor de statushouders en andere doelgroepen.’ Ook in HAL9 is de NLW één van de deelnemers.
Nieuwe koers
Wethouder Tijs van Lierop (Lokaal Peel en Maas) zei in mei dat de gemeenten samen gingen optrekken om tot een nieuwe koers te komen. Sindsdien zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de toekomst van de NLW. Op 6 november werd wereldkundig gemaakt wat die hebben opgeleverd (nadat de gemeenteraden in oktober al waren ingelicht): de colleges van b en w zijn van zins de Gemeenschappelijke Regeling te beëindigen.
Aan dat besluit ging een analyse vooraf voor wat betreft de taken van de Participatiewet en de Wsw-dienstverlening. De centrale vragen in deze analyse waren: Bij welke taken zien de gemeenten een samenwerking in een construct als de NLW? En welke taken willen de gemeenten zelfstandig/lokaal in eigen beheer uitvoeren? Zoals de tabel hierboven laat zien, gaf de gemeente Venray aan voor veel taken nog een vorm van samenwerking te zien. Dit gold echter niet voor Horst aan de Maas en Peel en Maas. Op basis van de tabel concludeerden de drie gemeenten dat een samenwerking zich hoofdzakelijk richt op de dienstverlening van de SW’ers en het creëren van een vangnet voor beschutte werkplekken. Voor de overige taken zien de gemeenten ieder een individuele verantwoordelijkheid.
Behoefte per gemeente
Bovendien maakten de onderzoekers per gemeente inzichtelijk welke behoefte er leeft in de uitvoeringspraktijk ten aanzien van het organiseren van een vangnet, meer specifiek beschut werken. Dat is te lezen in het ‘Strategisch kader gemeentelijke samenwerking participatie’, dat op 21 oktober werd afgerond:
Peel en Maas
– De uitvoering ervaart in gesprek met SW’ers dat wat juist de kracht zou moeten zijn van een sociaal ontwikkelbedrijf vaak door stigmatisering juist kansen wegneemt in plaats van ze te creëren. ‘Dit is geen verwijt aan het adres van het sociale werkbedrijf, maar wel aan de overheid die door het te zeer creëren van grootschalige vangnetten en het genereren van een gemakkelijke instroom in de beginjaren van de Wsw, is doorgeschoten in het doel om een passende plek te realiseren voor degene die echt die beschutte plek nodig hebben.’
– In het uitvoeren van beschut werk ziet de gemeente Peel en Maas dat vanwege de variatie in werkplekken en begeleiding juist de veelzijdigheid van een aanwezig zorgnetwerk (zorgaanbieders zoals zorgboeren maar ook aanbieders gespecialiseerd in onder andere arbeidsmatige dagbestedingen) meer kan bieden qua variatie van werk en begeleiding dan een traditioneel ingericht sociaal werkbedrijf.
– De gemeente Peel en Maas ervaart daar waar reguliere ondernemers een groot sociaal hart hebben zij wel degelijk bereid zijn om ook hier een beschutte werkplek te creëren. Belangrijk is hierbij dat randvoorwaarden zoals begeleiding structureel worden georganiseerd.
Horst aan de Maas
De ervaringen in Horst aan de Maas hebben geleerd dat het werkveld – ‘veel meer dan wij verwacht hadden’ – ruimte ziet voor beschut werk. ‘We zien dat op basis van de jaarlijkse indicatie die het Rijk geeft voor beschut werk we meer plekken realiseren dan van ons wordt verwacht. We hebben daarvoor ook impliciet extra financiering van het college gevraagd.’ De ambitie van Horst is dan ook om de plek van (nieuw) beschut werken idealiter zo inclusief en duurzaam mogelijk in de reguliere arbeidsmarkt te positioneren.
Venray
– Venray wil daar waar mogelijk graag meer beschutte plekken met reguliere werkgevers organiseren zodat er verschillende werksoorten en werkculturen voorhanden zijn. Daarin wordt de NLW vanwege zijn expertise als partner gezien, want binnen het te organiseren vangnet is expertise een belangrijke pijler. ‘Vernieuwing en modernisering is hier wel nodig, want het dient ook jongeren aan te spreken.’
– Venray wil graag kunnen op- en afschakelen tussen arbeidsmatige dagbesteding, beschut werk en werken op locatie, ‘want ontwikkelingen van participanten zijn zelden lineair en laten zich gezien de arbeidsmarkt niet vangen op één locatie’.
– Venray ziet ook voor inwoners met een Indicatie Banenafspraak (IBA) soms zoveel uitdagingen (bijvoorbeeld een tbs-verleden), dat plaatsing bij een reguliere werkgever (nog) niet haalbaar is. ‘Ook dan biedt een kleinschalig vangnet een goed alternatief.’
– In de afgelopen jaren heeft Venray geïnvesteerd in de relatie met het UWV, die de indicatie stelt voor beschut werk. Venray ziet in het UWV een belangrijke partner, die ook deel uitmaakt van het lokale Participatienetwerk.
– Venray ziet voor het construct NLW ook mogelijkheden voor andere taken dan alleen beschut werk en Wsw-dienstverlening, zoals praktijkdiagnose en taalstages. ‘Zoals de NLW nu ook één van de partners is.’
Ervaringsdeskundigen
De onderzoekers gingen ook langs bij de lokale adviesraden sociaal domein. Die gaven de gemeenten onder andere mee om bij de ontwikkeling van het vangnet ook de ervaringen mee te nemen van mensen die er nu in werken. Daarop spraken onderzoekers met zes ervaringsdeskundigen. Positief punt: Onze Loods ervaren ze vanwege de nabijheid als prettig. Maar er bleek ook ruimte te zijn voor verbeteringen:
– Voor mensen die graag willen werken buiten de infrastructuur speelt stigmatisering vaak parten.
– ‘NLW binnen’ wordt niet door alle ervaringsdeskundigen als veilig ervaren.
– Volgens sommige ervaringsdeskundigen heeft NLW ‘te veel lagen’ en beloftes worden niet altijd nagekomen. Hierdoor stagneert de doorontwikkeling, het vervullen van ambities en het kunnen maken van een vervolgstap.
– Begeleiding zowel intern als extern bij de NLW schiet vaak tekort.
Omdat de gemeente Venray – zoals het er nu uitziet – de belangrijkste partner wordt van de NLW, ligt met name bij deze gemeente een taak voor een verbeterslag. Dat besef lijkt er te zijn, want in het ‘Strategisch kader’ staat: ‘Venray is drukdoende [sic] met de kwaliteitsimpuls in de uitvoering.’ Venray kent nu geen vergelijkbaar initiatief waar nagenoeg alle re-integratie activiteiten samenkomen op één locatie. Deze gemeente heeft dan ook een ‘Koers uitvoering Participatiewet’ opgesteld die richting geeft aan de toekomstige uitvoering van de Participatiewet.
Duidelijkheid en concreetheid
Tot slot staken de onderzoekers ook hun licht op bij de gemeenteraden. Zij gaven aan dat er behoefte is ‘aan duidelijkheid en concreetheid over de toekomst van de sociale werkvoorziening NLW zowel bij de SW-medewerkers als regulier personeel’. Daar zit een adder onder het gras, want die duidelijkheid en concreetheid is er ook met het voornemen om de Gemeenschappelijke Regeling te beëindigen nog niet. De gemeenten benadrukken weliswaar dat er op korte termijn ‘niets verandert’ voor de medewerkers van NLW en dat voor hen die het nodig hebben ‘altijd een plek voor Beschut Werk blijft bestaan’, maar wat de plannen op lange termijn betekenen? De gemeenteraad van Venray beslist op 10 december of het college van B en W verder kan met het uitwerken van de plannen, de raden van Horst aan de Maas en van Peel en Maas doen dat een week later. Naar verwachting wordt deze uitwerking dan halvewege 2025 ter besluitvorming aan de gemeenteraden voorgelegd. De uitvoering van de plannen vindt daarna stapsgewijs plaats en duurt meerdere jaren. Even geduld is dus nog steeds geboden.
Bronnen: De Limburger, Omroep P&M, nlw.nl, documenten gemeenten Venray, Horst aan de Maas, Peel en Maas.
Dit artikel is eerder verschenen in SW Journaal 8 uit 2024.