
Anja en Richard werken nog niet zo lang bij Amsterdams Grachtenhout, maar willen er niet meer weg. ‘We willen liever vijf dan vier dagen werken.’
In een grote loods in de haven van Amsterdam rijdt Richard Knaap op een heftruck waarmee hij houten balken verplaatst. ‘Even aan de kant', zegt hij, en hij laat behendig een houten vierkant geraamte op de grond zakken. Nu moeten er dikke schroeven in en dan is er het begin van een drijvende tuin van afvalhout. Want dat zijn de balken waar ze bij Amsterdams Grachtenhout mee werken: afvalhout, in dit geval afkomstig van de Jacob Catskade in Amsterdam, waar de kademuren gesloopt en hersteld worden. Anja Teunenbroek kijkt goedkeurend toe. ‘We werken niet alleen samen, we zijn ook een setje.’ Ze lacht. Nee, ze heeft Richard niet hier ontmoet, maar via Facebook. ‘En nu zijn we bijna vijf maanden samen.’ Ze pakt een sleutel om de bouten vast te draaien die de balken op hun plek moeten houden.
Afsplitsen
Bart Verweijen is medeoprichter van Amsterdams Grachtenhout. Hij werkt als bedrijfsleider bij PK Waterbouw en wilde daar graag meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk helpen. Omdat het nogal ingewikkeld bleek om onder de vlag van PK Waterbouw een sociale onderneming te starten, werd besloten om af te splitsen: ‘PK Waterbouw omzetten naar een sociale firma is zeer ingrijpend voor de bedrijfsvoering.’ Amsterdams Grachtenhout huist in de loods tegenover PK Waterbouw. Verweijen: ‘Hout is niet het enige waar we mee bezig zijn. We leiden ook bootsmannen en lichtmatrozen op. PK kan onze lichtmatrozen inhuren of onze havenwerkers. Eén van de pandgenoten van PK Waterbouw is bouwonderneming Dura Vermeer. Zij werken aan de kades en zo komt de houtstroom naar hier. Door de dienstverlening van Amsterdams Grachtenhout in te zetten, kan Dura Vermeer voldoen aan haar SROI-verplichting (Social Return On Investment).
Lieve begeleiders
Richard draait intussen de bout nog wat strakker. Hij werkt bij Amsterdams Grachtenhout sinds de oprichting een half jaar geleden. Anja begon een maand geleden. ‘Ik heb heel lang thuis gezeten,’ zegt ze, ‘en daar had ik geen zin meer in. Ik vind het hier heel leuk, er zijn leuke collega’s en ik heb lieve begeleiders.’ Richard rijdt op de heftruck, helpt met het inkorten van balken, maakt welkomstbordjes en brandt het Amsterdams Grachtenhout-logo in het eindproduct. Anja doet aan diamond painting: ze maakt (onder de paraplu van Amsterdams Grachtenhout) kunstwerkjes van zelfklevende steentjes op hout. Binnenkort krijgt ze haar eigen winkeltje op de entresol, vertelt ze. Van de opbrengst kan ze nieuw materiaal kopen. Ze werken allebei vier dagen, maar zouden graag naar vijf dagen gaan. Ze houden van de afwisseling in hun werk. Dat begrijpt Bart Verweijen volkomen, want hoewel zijn bedrijf nog niet zo lang bestaat, is hij er wel achter dat variatie in werk goed is voor iedereen.
Burn-out
Komt Verweijen ook wel eens moeilijkheden tegen? Hij lacht: ‘Het is hier niet anders dan bij commerciële bedrijven. We zijn steeds op zoek naar: “Wat kunnen we wel en niet vragen aan welke mensen? En kunnen we het werk zo nodig vereenvoudigen?”’ Goede begeleiding vinden is best ingewikkeld, vindt Verweijen. En ook in zelf met de mensen werken, zit een uitdaging. Na even nadenken herstelt hij zich: ‘Nee, het is eigenlijk hetzelfde. Bij Amsterdams Grachtenhout is onlangs een collega vastgelopen in zijn hoofd en uitgevallen. Maar dat gebeurt ook bij reguliere commerciële ondernemingen, dat mensen een burn-out krijgen.’ Verweijen ziet wel dat het beter loopt als je mensen niet in een keurslijf perst, niet hamert op productie maken. ‘En medewerkers moeten niet met zijn zessen vijf uur lang op één project zitten, want dat gaat niet goed.’
Grip op instroom
Opschalen wil hij, het liefst zou hij dertig werkplekken bieden. En wat hij ook graag wil: meer grip krijgen op de instroom. Amsterdams Grachtenhout is afhankelijk van de gemeente. Bart Verweijen schudt zijn hoofd: ‘In de krant lees ik dat heel veel mensen met een Wajong-uitkering níet in beweging komen die wel tot de doelgroep behoren. Hoe is dat mogelijk? Hoe kan het dat ook Cordaan en Pantar worstelen met: “Waar zijn die mensen?” De gemeente is de enige die deze mensen in het vizier heeft, ze kunnen zo een printje uitdraaien van mensen die binnen de categorie vallen. Toch lukt het niet.’ Hij gaat onvermoeibaar door: ‘Mensen worden hier heel gelukkig. Waarom staan er niet elke dag 25 man aan de poort om een dagje mee te draaien, te kijken of het wat is?’ Richard, die heeft zitten luisteren, zegt: ‘Ik heb hier zat werk en ik blijf hier de hele tijd.’ Anja knikt: ‘Ik wil hier blijven werken, heb het prima naar mijn zin.’
Dit artikel is eerder verschenen in SW Journaal 7 uit 2024.