
‘Het net van onze verzorgingsstaat is losgeraakt en we zien nu dat mensen erdoorheen vallen. Om bestaansonzekerheid aan te pakken, zijn drie zaken cruciaal: goed werk, een sociaal minimum en een solide kennisbasis.’ Dit was de boodschap van Godfried Engbersen in zijn Cedris-lezing 2024.
De socioloog en WRR-lid (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) sprak over bestaanszekerheid en het betere werk. Hij begon zijn verhaal met ‘de geboorteakte van de Nederlandse verzorgingsstaat’, het rapport Sociale Zekerheid uit 1948. ‘De grote inspiratiebron voor dit document was het Beveridge Report,’ aldus Engbersen. ‘Hierin staat dat het voor het voortbestaan van een moderne economie en maatschappij belangrijk is dat de overheid zorgt voor voldoende bestaanszekerheid en een aanbod van voorzieningen dat een fatsoenlijk leven mogelijk maakt.’ De laatste tijd is het ‘net van onze verzorgingsstaat’ echter ‘losgeraakt’, meent Engbersen. Om het vertrouwen tussen burger en politiek te herstellen, moet gewerkt worden aan ‘beter werk voor iedereen’ en ‘adequate bestaanszekerheid’. ‘Ten eerste moet de vloer van het bestaansminimum verstevigd worden. Daarbij is nog een wereld te winnen om mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te helpen. Ten slotte zijn daarvoor ruimere budgetten en instrumenten nodig, maar ook kennis van kansrijk arbeidsmarktbeleid. Cedris en de sociaal ontwikkelbedrijven spelen hierin een belangrijke rol.’